Kun je beter stoppen met beleggen in vervuilende bedrijven of is het beter om aandeelhouder te blijven en met je stem druk uit te oefenen om duurzamer te worden? Het is een vast discussiepunt tussen grote beleggers en ngo’s. De meeste financiële instellingen zetten in op dat laatste, de zogeheten engagementstrategie. Het probleem: voor de buitenwereld is onduidelijk of die strategie werkt.
Een van de financiële instellingen die hierdoor onder vuur ligt is NN Group. De grootste verzekeraar van Nederland wordt, net als andere partijen, mogelijk medio januari gedagvaard door Milieudefensie. NN zou zich te weinig inspannen om klimaatverandering tegen te gaan, stelt de ngo, die eerder al een dergelijke rechtszaak won tegen Shell.
NN beaamde rond de aankondiging van Milieudefensie dat het goed is om meer bekend te maken over hoe het zich opstelt ten opzichte van bedrijven waarin het investeert. Dat was de verzekeraar ook al van plan: deze week komt er een eerste ‘Active Ownership’-rapport uit.
Lees ook
De rol van de ‘bankiers van de klimaatcrisis’ ligt steeds meer onder de loep
Desinvestering is een laatste redmiddel
Waarom nu pas? Dat komt doordat NN zijn ‘asset manager’ – het bedrijfsonderdeel dat naast de gelden van de verzekeraar ook voor andere partijen zoals pensioenfondsen de beleggingen beheert – in 2022 verkocht aan Goldman Sachs. Daardoor moet de verzekeraar nu meer zelfstandig de duurzaamheidsstrategie ontwikkelen voor de beleggingen voor eigen rekening, met een eigen team. Nathalie van Toren (1975), hoofd verantwoord beleggen, en Rebecca Dreyfus (1987), specialist actief aandeelhouderschap, leggen uit waarom dit rapport er is gekomen.
Van Toren: „We hebben na de verkoop eerst nagedacht over wat NN belangrijk vindt en hoe we ons als actieve aandeelhouder opstellen. Met dit rapport willen we daarover transparant zijn richting onze belanghebbende partijen: aandeelhouders, toezichthouders, klanten maar ook het maatschappelijke middenveld en ratingbureaus.”
In het rapport schrijft NN over hoe het zijn stemrecht uitoefent op aandeelhoudersvergadering rond duurzaamheidsonderwerpen – hoe bijvoorbeeld tegen de herbenoeming is gestemd van een mannelijke bestuurder van het Zwitserse verpakkingsbedrijf Datwyler, omdat er te weinig vrouwen in het bestuur zitten. Daarnaast legt de verzekeraar uit wat belangrijke thema’s zijn waarover het bedrijven onder druk zet, zoals biodiversiteit, klimaatverandering en mensenrechten, en hoeveel bedrijven bezoek hebben gekregen van het NN-engagementteam.
Over desinvesteren – het stoppen met beleggen in vervuilende bedrijven – wordt ook kort gesproken. NN heeft dit jaar een interne raad opgericht die adviseert of ‘engagement’ nog zin heeft of dat een bedrijf op de uitsluitingslijst moet komen. Wat daar de criteria voor zijn, zegt NN in deze editie van het rapport nog niet.
Dreyfus: „Voor ons is desinvestering echt het laatste redmiddel. Want door dat te doen, geven we onze invloed op. Als we van de tafel weggaan, hebben we geen gesprek meer, maar is het probleem niet weg. En dan bereiken we niet wat we willen.”
Van Toren: „Op het gebied van tabak hebben we net als veel anderen wel voor uitsluiting gekozen. Met dat soort activiteiten heeft verandering immers geen zin: roken blijft ongezond. Maar als we kansen zien om een bedrijfsprofiel te veranderen of om werkzaamheden te verbeteren, zetten we daar toch liever op in. Dat is zeker in Europa geen unieke benadering. Maar met dit rapport willen we wel laten zien dat wij dit echt belangrijk vinden.”
Er zullen uiteindelijk toch echt bedrijven zijn die niet willen luisteren. Is dan de dreiging van uitsluiting niet ook goed?
Dreyfus: „Ja, absoluut. Hopelijk komen we uiteindelijk op een punt dat bedrijven dat risico ook moeten meewegen, omdat ze anders moeilijker toegang krijgen tot kapitaal. NN belegt voornamelijk in bedrijven als geheel, maar je ziet bij projectfinanciering al dat dreiging effect sorteert. Er wordt financiering weggehaald door banken en andere financiers bij specifieke projecten die niet voldoen aan duurzaamheidseisen. „Maar het is wel een moeilijke positie. En ja, er zijn bedrijven die weinig vooruitgang boeken, maar die wel bereid zijn om naar ons te blijven luisteren. Dan blijven we toch liever aan tafel.”
„Want zijn wij als NN in staat om financiering van bepaalde olie- of mijnbouwbedrijven te stoppen door er niet in te stappen? Waarschijnlijk niet. Maar we zijn misschien wel in staat om invloed uit te oefenen op de manier waarop de bedrijfsvoering plaatsvindt. Waardoor mensen die in de buurt van zo’n boring wonen, er minder milieugevolgen van ondervinden of er sociaal wel van profiteren. Zo’n silver lining is dan voor ons voldoende om betrokken te blijven.”
In het rapport staan weinig concrete resultaten. Kan het niet concreter?
Dreyfus: „We snappen heel goed dat mensen graag resultaten en bewijzen willen zien. Zo van: je bent in gesprek met bedrijf X over decarbonisatie en dat heeft geleid tot 15 procent minder uitstoot. Maar het is heel moeilijk om causaliteit vast te stellen. Natuurlijk zouden we dat wel graag in onze rapporten hebben; onze betrokkenheid zou het laatste zetje kunnen zijn geweest voor een bedrijf om iets te doen. Maar dat weten we niet zeker. Dus daar moeten we voorzichtig mee zijn, anders is er al snel sprake van greenwashing.”
„Dat maakt het voor ons echt moeilijk om aan de buitenwereld uit te leggen waarom engagement belangrijk is. Het is moeilijk voor ons om de uitkomst vast te stellen. Veel van de gesprekken die ik voer met bedrijven, vinden nu eenmaal achter gesloten deuren plaats.”
Een tweede versie van het rapport komt er al aan. Waarom?
Van Toren: „Bij veel andere bedrijven komt dit soort rapporten in het voorjaar uit. Wij wilden nu al laten zien wat we doen, sinds we zijn begonnen met ons engagementprogramma. In het voorjaar zullen we dit rapport opnieuw uitbrengen en daarin zullen we feedback meenemen die we nu krijgen. Hoe kunnen we het verbeteren, hoe kan het concreter, tastbaarder?”
Dreyfus: „We werken aan een monitoringskader van onze engagement. In mei zullen we nog niet al ons werk langs die meetlat kunnen leggen, maar we hopen dan wel uit te kunnen leggen wat onze doelstellingen zijn. En dat zullen ook tijdgebonden doelstellingen zijn.”
Leeslijst